The Handbook of Gender, Sex and Media
Samenvatting
Het lijvige Handbook of Gender, Sex and Media onder het redacteurschap van Karen Ross representeert niet enkel de grote evolutie, maar ook het huidige belang van dit onderzoeksveld binnen zowel communicatiewetenschappen, als ruimer media- en culturele studies. In de zeventig van de twintigste eeuw ging de eerste interesse uit naar de onderrepresentatie van de vrouw in factuele formats: deze vertrok vanuit de sterke noodzaak voor het bestendingen van een politieke identiteit om te komen tot ruimere sociale verandering. Vandaag de dag is het onderzoek verplaatst naar de voortdurende strijd en het symbolisch belang van identiteitsdeconstructie en reconstructie. De klassieke invulling ‘vrouwen in media’ werd dan ook aanzienlijk verbreed met interesse naar mannelijkheid in media, queer-identiteiten, seksualiteit en pornografie. Reflecties over deze laatmoderne identiteitsstrijd in relatie tot het huidige (populaire) medialandschap is wat Ross beschrijft als de hoofdpremisse van dit handboek.
Het handboek bestaat uit vijf delen, telkens geïntroduceerd door een ervaren auteur omtrent de betreffende thematiek. Deel één bevat essays rond het ‘klassieke’ thema vrouwen en media, terwijl deel twee het hiaat in academisch onderzoek naar mannelijkheid en populaire cultuur aankaart. Deel drie omvat het grootste aantal hoofdstukken en focust op queer-identiteiten. Hierbij wordt niet enkel aandacht besteed aan homo- en lesbische identiteiten, maar ook bijdragen rond transgender krijgen ruime aandacht. Vervolgens wordt, in deel vier, het post-structuralistisch idee over de distinctie tussen sekse en gender toegepast op mediaonderzoek. Hierbij komt het belang van inzichten geformuleerd door queer-theoretici als Judith Butler en Teresa de Lauretis voor de analyse van populaire mediacultuur prominent aan bod. Ook is hier ruimte voor kritische reflecties omtrent het veelbesproken postfeminisme in mediastudies. Het laatste en vijfde deel handelt over seksualiteit en duidt transformaties aan zoals het meer publieke karakter van intimiteit door evoluties in communicatie en technologie. Verder reflecteert dit deel over pornoficatie, zowel op internet als in reality-tv. Het geheel van 32 contributies behandelt zeer diverse fenomenen die geografisch en methodologisch zo inclusief mogelijk proberen te zijn. Verder wil dit handboek ook een forum geven aan non-Angelsaksische case studies en een juiste balans vinden tussen ‘klassieke’ en nieuwe media, mainstream en alternatieve media.
De vijf inleidende hoofdstukken vormen ongetwijfeld de steunpilaren van dit handboek. Ze geven de lezer zowel een historische, hedendaagse als toekomstige visie op de hoofdthema’s. Verder bieden de empirische bijdragen een ruime plaats aan klassiek tekstueel onderzoek naar hedendaagse series, films en televisieprogramma’s, maar ook ruimere genreanalyses en metareflecties over de inhoud van film- en televisieproducties in een
post-9/11-tijdperk komen aan bod. Kwantitatieve, kwalitatieve analyses en discoursanalyses van media-inhouden krijgen een plaats in relatie tot onderzoek naar gedrukte media, reclame en digitale media. Naast deze focus op media-inhoud zijn er voornamelijk kwalitatieve exploraties naar het publiek.
Alhoewel er een ruime diversiteit is aan bestudeerde cases, zoals van blogs, populaire films, websites en reality-tv, bevat het handboek bij momenten nog een zeer sterke focus op geïsoleerd tekstueel onderzoek. Verder zijn er ook slechts een beperkt aantal hoofdstukken die methodes combineren om tot meer vernieuwende inzichten te komen. Enkele sterke contributies doorbreken dit, maar zijn in de minderheid. De etnografische methode die gebruikt wordt in een analyse naar fanfiction communities ontmantelt efficiënt de complexiteit in hedendaagse mediaomgevingen en toont daarmee het belang aan van meer diepgaande onderzoekstechnieken. Het combineren van methodes gebeurt in een hoofdstuk dat instant messaging spaces van Nederlands-Marokkaanse meisjes analyseert. Verder is er publieksonderzoek rond het mediagebruik van homoseksuele mannen en vrouwen in Vlaanderen, op basis van gecombineerde kwantitatieve en kwalitatieve onderzoekstechnieken.
Samengevat is dit handboek een belangrijke bijdrage aan de verdere evolutie van dit onderzoeksveld. Aandacht voor de relatie media, gender en seksualiteit overstijgt dan ook een puur academische doelstelling, maar is in de eerste plaats nog steeds een primordiaal maatschappelijk project naar een bredere inclusie van non-normatieve identiteiten enerzijds, en het blijven in vraag stellen van patriarchale leefomgevingen anderzijds. Het handboek biedt naar mijn idee in de eerste plaats een noodzakelijke en sterke inspiratie om dit project te blijven vormgeven. Al even belangrijk is – en dit meer op een academisch-theoretisch niveau – dat het handboek in zijn geheel meer is dan een combinatie van theorieën rond sociale constructie en meer post-structuralistische inzichten gevoed vanuit het feminisme en queer-theorie. Zowel het geheel als sommige onafhankelijke delen durven deze vaststaande theorieën vergaand te combineren, uitdagen en bekritiseren, waarbij zij tot vernieuwende inzichten komen. Een gemiste kans in het handboek is contradictorisch genoeg zelf aangehaald door de auteur die het deel rond queer-identiteiten toelicht. Het handboek behandelt de uitdaging van de alsmaar aan belang toenemende digitale netwerken niet (cfr. sociale netwerksites). Voornamelijk de belangrijke verweving van deze technologieën met het alledaagse leven brengt nieuwe uitdagingen op methodologisch, theoretisch en maatschappelijk vlak. Gemedieerde communicatienetwerken zijn in de eerste plaats heteronormatieve omgevingen. Verzet hiertegen vraagt, zoals Sender het in het handboek beschrijft, ‘emotional labour’ van de personen die met deze technologie interageren. Een
belangrijk hedendaags vraagstuk dat empirische aandacht vereist.
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2021 Uitgeverij Boom Amsterdam
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.